Op het eerste gezicht is het liturgisch centrum van grote eenvoud. Maar wie goed kijkt, ontdekt het vakmanschap van Theo Faber. Hij is jarenlang de vaste organist van de kerk geweest, maar is ook gezegend met het talent om meubels te maken.
In de preekstoel en de houder van de collectezakken zijn de eikenhouten panelen verwerkt van een oudere preekstoel.
Het onderstel van doopvont, kaarsenstandaard en lezenaar bestaat uit drie stijlen of poten die op verschillende manieren samenkomen. Zo vormen ze een toespeling op de Drie-eenheid: Vader, Zoon en Geest – samen één God – zijn het fundament van het kerkzijn.
De bovenkant van de doopvont is van de hand van Hedi Bogaers. Ze was kunstenares en lid van de gemeente. In een steen die de vorm heeft van een omgekeerde piramide heeft ze een halve bol uitgespaard voor het levende water.