Ds. Freek Schipper stelt zichzelf voor
“Lieve Heer, Gij zegt ‘kom’ en ik kom” – Lied 840 is mijn lievelingslied. Het lijkt kort en eenvoudig, maar het staat vol zinnen met zeggingskracht.
Het lied vertelt iets over de manier waarop ik in het leven sta. Ik ben er doordat God mij aan het licht heeft laten komen. Dat is me van jongs af aan wel aangereikt, maar ik ben ook door een periode heen gegaan waarin ik eraan twijfelde. Sterker dan alle vragen was uiteindelijk het doorvoelde besef dat God ‘mijn dagen en nachten telt’.
“O mijn God, Gij zegt ‘ga’ en ik ga” – roeping is een kwetsbaar woord, dat ik toch gebruiken wil. Ik ben in Kampen theologie gaan studeren met het voornemen in de kerk te gaan werken. Maar dan wel in een kerk die de wereld in gaat. Daarom heb ik me gespecialiseerd in missionaire vakken; ik bestudeerde hoe het Evangelie in diverse culturen wortel kan schieten om te bloeien in verschillende kleuren.
Die aandacht voor de communicatie van Gods goede nieuws vormt een rode draad in mijn werk. Tijdens mijn predikant schap in Montfoort, Goor en Epe probeerde ik bij te dragen aan de gastvrijheid en maatschappelijke betrokkenheid van de gemeente. Ik lette erop dat de gebruikte vormen, muziek en woorden goed toegankelijk waren. Zelf kan ik een lied als ‘Lieve Heer, Gij zegt kom…’ wel mooi vinden, maar alleen al dat God daarin met ‘Gij’ wordt aangesproken, komt bij velen niet meer over. Ik besefte dat mensen zowel binnen als buiten de kerk steeds minder vertrouwd zijn met de christelijke traditie.
Dat besef werd nog sterker tijdens de ruim vier jaar dat ik geestelijk verzorger bij Defensie was. Als luchtmachtpredikant ontmoette ik mensen van allerlei komaf en levensovertuiging. God kwam lang niet altijd ter sprake, en toch hadden veel gesprekken met de Bron van ons bestaan te maken. Wat ik van die tijd heb mogen leren, heb ik meegenomen naar de Thomaskerk waarvan ik sinds 2017 predikant ben.
“Want o Heer, ik zeg ‘kom’ en Gij komt” – door de jaren heen heb ik mogen ervaren dat God wíl komen. Niet op bevel, maar op het gebed “laat mij niet alleen”. In mijn persoonlijk leven ben ik niet alleen gelaten. Mijn lieve vrouw Caroline is mijn trouwe reisgenote. Marthe en Edo, onze kinderen, zijn de deur al uit, maar leven betrokken mee. Goede vrienden betekenen veel voor me. In de gemeente doe ik het ook niet bepaald alleen. Eigenlijk zou er onder het kopje ‘Wie zijn wij’?’ niet alleen van de dominee een persoonlijk portret moeten staan. Want in de Thomaskerk zetten velen zich in om met elkaar het lichaam van Christus in de wereld te zijn.
“Uw naam wordt een lied in mijn mond” is iets om samen te zingen.